Citroën-historie te bewonderen in Brussel

Datum: 01-07-2019

In het Brusselse museum Autoworld werd op 26 juni de thematentoonstelling rondom het 100-jarig bestaan van het merk Citroën geopend. Op slechts enkele kilometers afstand van de voormalige hoofdzetel van de Belgische importeur aan het IJzerplein, waar ook jarenlang Citroëns geproduceerd werden, is nog tot 3 september een fraaie selectie uit de rijke historie van het merk te zien. De expositie is een gezamenlijk initiatief van het museum, Citroën Belux en de Belgische Citroën-dealerorganisatie.

Sébastien de Baere, directeur van het museum, onderstreepte bij de opening het belang van de speciale tentoonstellingen in Autoworld. “Dit is al onze 80e thematentoonstelling sinds 2011 en die speciale exposities zijn voor ons van groot belang”, stelde hij. “Vorig jaar mochten we in totaal 180.000 bezoekers verwelkomen, drie keer zoveel als acht jaar geleden. We zijn er zeker van dat deze grote zomertentoonstelling rondom het thema ‘100 jaar Citroën’ ook weer veel bezoekers gaat trekken.”

Laurent Barria, directeur général van Citroën Belux, de importeur van Citroën voor België en Luxemburg, toonde zich verheugd over het grote aantal bezoekers, zowel dealers als klanten, dat ondanks de zomerse hitte de weg naar Brussel had gevonden om de opening van de expositie bij te wonen. “Het is voor ons een hoogtepunt bij de festiviteiten rondom het jubileum van ons merk”, stelde hij. “Het is verheugend om te zien dat het in het jubileumjaar weer heel goed gaat met Citroën, dankzij ons actuele modelprogramma.”

Vervolgens voerde Henri-Jacques Citroën het woord, een van de kleinzoons van André Citroën, die in 1919 zijn eigen automobielfabriek oprichtte en zich daarbij vooral liet inspireren door wat er aan de andere kant van de Atlantische Oceaan gebeurde. Zo voerde Citroën naar het Amerikaanse voorbeeld van Henry Ford als eerste in Europa ook de serieproductie in. Op de van hem bekende aimabele en onderhoudende wijze vertelde Henri-Jacques Citroën over de historie, waarbij hij naast de kwaliteiten van zijn grootvader als pionier op het gebied van techniek en industrie ook zijn talent op het gebied van publiciteit en promotie benadrukte. Zo was er tien jaar lang een Citroën-lichtreclame te zien op de Eiffeltoren in Parijs en zorgde André Citroën door het ondersteunen van de ‘Chenilles’-expedities naar Afrika en Azië voor enorm veel aandacht in de media. Naast Henri-Jacques Citroën, die regelmatig namens de familie bij evenementen aanwezig is, was ook diens broer Philippe, die in Brussel woont, ter plekke.

Tijdens de expositie in Autoworld in Brussel is er een fraaie selectie uit de rijke historie van Citroën te bewonderen, beginnend met een Type A uit 1920 (van een Nederlandse eigenaar) en het model 5 CV, waarvan een voorzien van een prachtige carrosserie van Letourneur et Marchand uit Neuilly en het enige overlevende exemplaar met een koetswerk van dit bedrijf, en een met een carrosserie van Matthys & Osy uit Brussel. Verder zijn een B14 en Rosalie te zien, plus een eiland met diverse Traction Avants, waaronder een 11 BL uit Belgische productie, een 15 Cabriolet met fraaie carrosserie van de Zwitserse carrosseriebouwer Worblaufen (ook een auto met Nederlandse historie, getuige de ANWB- en Wegenwacht-badges op de grille) en een prachtige 15-Six.

De modernere tijd is er met meerdere DS’sen en ID’s, 2CV’s, GS (Birotor), M35 en SM, CX, Ami, Visa, Méhari, de unieke AX Evasion van Heuliez tot aan een recente C3 Pluriel. Daarbij zijn er ook enkele speciale seriemodellen voor de Belgische markt als de AX ‘Evening’ en de 2 CV ‘Perrier’, compleet met mascotte-aapje voorop en koelkastje (voor groene flesjes mineraalwater) binnenin.


Een opmerkelijke constructie is een 2CV ‘Radar’, een roadster op 2CV-basis, decennia voordat Lomax en Burton dit deden, van de gelijknamige Luikse dealer. Ook de speciaal voor de Britse markt gebouwde Bijou op 2CV-basis is tentoongesteld. Daarnaast worden de bedrijfswagens belicht met een HY, een Traction Avant Commerciale en een origineel Belgische C4 uit 1934 met huifopbouw en een 2CV AZU van de Franse post.

Het onderdeel ‘competitie’ krijgt eveneens ruime aandacht, waarbij naast het eigen ‘Conservatoire’ van het merk vooral ook de Luxemburgse verzamelaar Jean-Paul Wagner voor een flinke inbreng zorgde. De oudste competitievariant is een DS ‘raccourci’, een verkorte DS speciaal voor rallydoeleinden. Ook het verkorte SM-prototype dat voor de TAP-Rally in Portugal werd gebouwd, is te zien, evenals een originele CX 2200 die werd ingezet tijdens de ‘Rallye du Maroc’. Ronduit spectaculair is de AX Superproduction, een bommetje op wielen dankzij een 300 pk sterke turbomotor, waarmee Citroën in 1988 met ondermeer oud-F1-coureur Jean-Pierre Jarier actief was in het Frans toerwagenkampioenschap. Ook de ZX Rally Raid en WRC-uitvoeringen van de Xsara en de C4 zijn er te bewonderen, auto’s waarmee Sébastien Loeb voor zoveel successen in het WK Rally zorgde. Enkele vitrines met miniaturen, waaronder een aantal originele ‘Jouets Citroën’, en brochures en advertenties ronden de expositie af.

Het museum Autoworld is dagelijks van 10.00-18.00 uur geopend, de toegangsprijs bedraagt 12 Euro, 65+ 10 Euro, kinderen 6-11 jaar 5 Euro (online in de voorverkoop 1 Euro goedkoper). Nadere informatie is te vinden via www.autoworld.be

Reportage: René de Boer